Waarom ontwormen op basis van mestonderzoek?

De resistentie tegen verschillende ontwormingsmiddelen neemt toe. Dit kan er toe leiden dat goed behandelbare worminfecties een grote bedreiging kunnen vormen voor de gezondheid van uw paard.
Wij willen voorkomen dat paarden en pony’s problemen krijg door een “simpele” wormbesmetting, waar wij geen effectieve behandeling meer voor in kunnen zetten.

Ontwormingsmiddelen zijn sinds 2008 alleen nog op recept verkrijgbaar. Dit dient om de resistentie ontwikkeling van wormen tegen te gaan. Omdat er nog steeds een toenemende resistentie onder wormen is, is het belangrijk voor ons om de status van uw paard te kennen voordat wij ontwormingsmiddelen afgeven.


Daarom zijn de ontwormingsmiddelen alleen nog verkrijgbaar op basis van mestonderzoek. In december/januari is er een mogelijkheid uw paard blind te ontwormen tegen lintwormen en horzellarven. Dit is echter alleen mogelijk als de status van uw paard bij ons bekend is. Dit betekent dat er minimaal 2 keer in hetzelfde jaar mestonderzoek van uw paard gedaan moet zijn.

De mooiste periodes om dit te doen zijn rond maart en rond juli.
In maart begint het weer wat warmer te worden en beginnen de eieren in de mest en wei weer uit te komen. U weet dan ook gelijk wat de status van uw paard is voor de warme zomerperiode.
In juli zitten we in de warme zomermaanden en is er een explosieve ontwikkeling van wormen en eieren in de mest en wei.

Er zijn verschillende ontwormingsmiddelen, die in het najaar in te zetten zijn om de lintworm en horzellarven te bestrijden. Dit zijn combinatiepreparaten en daarom zijn bovenstaande 2 mestonderzoeken erg belangrijk om te bepalen welke ontworming we in het najaar uw paard het best kunnen voorschrijven.

  • Een lichte wormbesmetting bij uw paard is helemaal niet erg. Het is juist goed om de weerstand van uw paard te blijven prikkelen.
  • Als er lintwormen worden aangetoond in de mest of bij microscopisch onderzoek zegt dat niks over de ernst van de besmetting, zoals dat wel bij andere maagdarmwormen het geval is.
  • Meer dan 50% van de Nederlandse paarden zijn geïnfecteerd met paardenhorzel larven. Echter is de infectie vaak symptoomloos.
  • De aanwezigheid van horzellarven kan niet met mestonderzoek worden aangetoond. Daarom is het advies om na de 1e vorst te hier tegen te behandelen. De horzelvlieg is dan veelal dood en de kans op her besmetting het kleinst.

Ontwormen blijft maatwerk en ieder paard is een individu op zich, daarom kan het altijd voorkomen dat u na een mestonderzoek een ander advies mee krijgt dan in deze informatie vermeld staat!

 

Ontwormen van drachtige merries en veulens

Om de veulenworm bij uw veulen te bestrijden is het, het mooist om uw merrie rond het kegelen te ontwormen. Deze worm is niet in de mest van de merrie te vinden, maar komt via de moedermelk bij het veulen binnen. Wel adviseren we om van te voren mestonderzoek van de merrie te laten doen, zodat ook haar status bekend is voor het komende jaar!

Als u in datzelfde jaar al mest van de merrie heeft laten onderzoeken en de status is bij ons bekend dan kunt u voor een wormkuur contact opnemen met de praktijk.

Wat te doen als de merrie rond kegelen niet ontwormd is en u het veulen wel wil beschermen tegen de veulenworm?
Dan kunt u vanaf 10 dagen leeftijd de mest van uw veulen laten controleren op eitjes. Deze worden dan via de mest uitgescheiden. Het is niet verstandig om uw veulen op zo’n jonge leeftijd blind te ontwormen. Goede stalhygiëne is zeer belangrijk om ernstige infectie te voorkomen. Dagelijks verwijderen van de (veulen)mest en de stal goed droog houden.

Als de merrie netjes ontwormd is en er zijn geen klachten, dan is het advies om bij veulens vanaf ongeveer 4 weken leeftijd regelmatig de mest te laten onderzoeken. Veel eerder hoeft nog niet omdat ze dan nog geen gras of hooi eten en de kans op een worminfectie dan zeer klein is.

Spoelwormen bij jonge paarden

Jonge paarden zijn extra gevoelig voor spoelwormen, daarom is het erg belangrijk om uw paard tot een leeftijd van 2 jaar goed op te volgen. Vanaf een leeftijd van 2 jaar hebben de meest paarden een goede weerstand opgebouwd tegen spoelwormen. Het advies is om bij deze groep dieren elke 2 maanden de mest te laten controleren.

Het allerbelangrijkste bij de bestrijding van spoelwormen is het laag houden van de infectie op de weide!!

Een relatief lage besmetting bij het dier kan resulteren in een zeer hoge besmetting op de weide!

  • Verwijder regelmatig, liefst dagelijk, mest.
  • Gebruik geen paardenmest voor het bemesten van uw weide.
  • Zet jonge en pas gespeende veulens op het schoonste weiland.
  • Zorg voor een goede algemene gezoendheid van de dieren.
  • Maai het gras op de mestplekken kort.
  • Roteer indien mogelijk jaarlijks met koeien en schapen, om de weide besmetting te verlagen.
  • Sleep het weiland niet terwijl het begraasd wordt.
  • Voorkom overbezetting, niet meer dan 2 paarden per hectare.
 
 
Zand

Op de praktijk controleren we bij elk mestonderzoek de mest ook op zand. Een beetje hoeft niet erg te zijn, maar bij paarden die veel zand binnen krijgen kan het ophopen in het darmstelsel en leiden tot erge diarree en zelfs koliek.

Paarden die veel op zeer korte weides of zandgronden lopen hebben hier een grotere kans op.
Op zeer korte weiden trekken de paarden vaak de graspollen uit de bodem, waardoor ze het zand via die weg binnen krijgen. Voer ook nooit ruwvoer rechtstreeks van de grond.

Als er teveel zand in de mest word aangetroffen kunnen we u een kuur zandweg voorschrijven.
Dit zijn korrels op basis van o.a. psyllium husk. Deze kunt u door het voer geven. De korrels vormen een gelei in de darmen, zodat het zand er aan blijft plakken en weer mee uitgepoept wordt.
In ernstige gevallen kan het zijn dat één kuur niet genoeg is en kan het zelfs zo zijn dat het paard eerst gelaxeerd moet worden.

De hoeveelheid zand kan variëren per keer mesten. Soms zien we geen of weinig zand in de mest terwijl het paard toch te veel zand in de darmen heeft zitten. Daarom is regelmatig controleren verstandig.

 
Handleiding mestmonster nemen
  • Bij het nemen van een mestmonster is het van belang dat u de bovenste mestballen pakt en niet de mestballen die in aanraking zijn geweest met de grond.
  • Verpak de mest zo luchtdicht mogelijk in een zakje.
  • Noteer uw gegevens en de gegevens van het paard op het zakje.
  • Graag de mest zo vers mogelijk aanleveren, anders in de koelkast bewaren (Het mooiste is dat we de mest binnen 24 uur kunnen onderzoeken.)
  • Lever de mest in op 1 van onze locaties.

Wilt u de mest op 1 van onze dependances brengen, dan is het verzoek om het monster voor 12 uur te brengen, zodat we het na de middag nog in Varsseveld kunnen onderzoeken.
We streven er naar dat u uiterlijk de volgende werkdag de uitslag ontvangt.

Mengmonster
Het is bij ons ook mogelijk om de mest van meerdere paarden tegelijk (max. 5) in 1 onderzoek te laten onderzoeken.
Wel willen we u dan verzoeken de mest per paard apart aan te leveren, zodat we er zelf een mengmonster van kunnen maken en de mest wel individueel op zand kunnen onderzoeken.
Zorg ook in dit geval dat u duidelijk de gegevens van het paard op het zakje noteert.