Vraag en antwoord over uw kat

Wanneer moet ik mijn kat laten vaccineren?
Kittens kunnen vanaf de leeftijd van 9 weken gevaccineerd worden. De herhalingsenting vindt 3 weken later plaats, op 12 weken leeftijd. Uw kat wordt hiermee beschermd tegen niesziekte en kattenziekte.

Volwassen katten moeten jaarlijks gevaccineerd worden. Omdat de antistoffen tegen kattenziekte langer in het bloed aanwezig blijven, is het niet noodzakelijk elk jaar tegen kattenziekte te vaccineren. Het ene jaar krijgt uw kat alleen de niesziekte vaccinatie; het andere jaar de “cocktail”. Als u met uw kat naar het buitenland gaat, is het volgens de wet verplicht dat uw kat gevaccineerd moet zijn tegen hondsdolheid (rabiës). Uw kat moet wel ouder zijn dan 3 maanden. Deze vaccinatie moet minstens een maand van te voren gegeven worden.

Voor sommige landen gelden uitzonderlijke regels en wordt er bijvoorbeeld bloedonderzoek geeist. Zie verder bij de informatie over buitenland. Indien uw kat een sterk verhoogd risico heeft om leukemie te krijgen, dan kunt u samen met de dierenarts besluiten om te vaccineren tegen FeLV. Dit zijn echter uitzonderingsgevallen. 


Hoe vaak moet ik mijn kat ontwormen?
Een kitten moet een aantal keren preventief ontwormd worden. Dat kan al vanaf 2 weken leeftijd. Van het ontwormingsmiddel dat de dierenarts aan kittens kan geven, geeft u de pasta 2 dagen achtereen en dat herhaalt u eerst na 2 weken en later na 4 weken. Bij kittens spelen meestal alleen spoelwormen een rol: deze hebben een wormcyclus van ongeveer 2 weken. Een voorbeeld schema van ontworming van kittens is op 2, 4, 6, 8, 12 en 16 weken leeftijd.

Ook volwassen katten lopen een risico op een wormenbesmetting. Wormen die een rol kunnen spelen zijn: spoelwormen, haakwormen en lintwormen. Daarom is het verstandig om ook uw volwassen kat regelmatig te ontwormen; het beste is 4 x per jaar. 


Wanneer kan ik mijn kat laten castreren of “steriliseren”?
Katers kunnen vanaf de leeftijd van 5 maanden vruchtbaar zijn. Zodra uw kater gaat sproeien, kunt u hem laten castreren. Sproeit hij niet, dan kunt u ook wachten met hem te laten castreren tot hij ongeveer 1 jaar oud is.

Poezen worden krols in het voorjaar. De krolsheid kan vanaf de leeftijd van ongeveer 6 maanden optreden, maar begint meestal pas na 7 à 8 maanden. Om een ongewenst nestje te voorkomen, is het verstandig uw poes voor de eerste krolsheid, ongeveer op een leeftijd van 6 à 7 maanden, te laten castreren. Als uw poes niet buiten komt en geen ongecastreerde kater als maatje heeft, dan kunt u ook de eerste krolsheid afwachten.


Wat is chippen en moet mijn kat gechipt worden?
Door een microchip onder de huid aan te brengen wordt uw kat met een uniek nummer geïdentificeerd. De pijnlijkheid van het aanbrengen van een chip kunt u vergelijken met een vaccinatie. De chip wordt met een speciaal afleesapparaatje gedetecteerd. Het nummer van de chip wordt gekoppeld aan uw naam– en adresgegevens.

Het is verplicht elke hond, kat of fret die naar het buitenland gaat te identificeren d.m.v. een tatoeage of een chip. Daarnaast verplichten de meeste dierenverzekeringen een chip.

Als uw huisdier vermist is, kan hij of zij via een zoeksysteem op het internet achterhaald worden.


Hoe zit het nou met Toxoplasmose?
Katten zijn de eindgastheer van de microscopisch kleine parasiet Toxoplasma gondii. Katten kunnen oöcysten (“eitjes”) van Toxoplasma met de ontlasting uitscheiden. Deze zijn pas na een paar dagen in staat om te infecteren. Mensen kunnen ook besmet worden met Toxoplasma: vaak zijn de symptomen mild.

Er is alleen een probleem als een vrouw pas tijdens de zwangerschap voor het eerst in aanraking komt met de parasiet. Een infectie kan ernstige afwijkingen aan het zenuwstelsel van het ongeboren kindje veroorzaken.

Een infectie door direct contact met katten is onwaarschijnlijk. Een kattenbak die dagelijks verschoond wordt is ook nooit een probleem. Het is voor alle zekerheid wel aan te bevelen de kattenbak niet schoon te maken als je zwanger bent, handschoenen aan te doen als je in de tuin werkt en groenten goed te wassen. Een veel groter risico op Toxoplasmose loopt u met het eten van rauw en onvoldoende verhit vlees, omdat daar trophozoieten (“larfjes”) van Toxoplasma in kunnen zitten.

Mag ik mijn kat meenemen naar het buitenland?
Ja, maar eigenlijk wordt dit afgeraden. Er zijn een hoop regels waar u rekening mee moet houden en er zitten ook risico”s aan vast. Neem ruim van te voren contact op met de dierenarts en vertel naar welk land u van plan bent te gaan met uw kat. De regels en risico”s verschillen namelijk per land!

Enkele regels op een rijtje:

  • Per heden moet uw kat geïdentificeerd zijn door middel van een tatoeage of microchip zodra u de grens overgaat. Soms volstaat een leesbare tatoeage ook.
  • Alle landen stellen in ieder geval een hondsdolheid (=rabiës)vaccinatie minimaal 21 dagen voor vertrek, óf binnen de geldigheidsduur van de vorige vaccinatie (meestal 1 jaar, binnenkort geldt voor sommige vaccins 3 jaar) verplicht.
  • Enkele landen eisen een legalisering door de RVV. Sommige landen eisen een bloedonderzoek dat aantoont dat uw kat inderdaad voldoende antistoffen tegen hondsdolheid heeft. Dit zijn bijvoorbeeld Turkije, Noorwegen, Zweden, Malta en het Verenigd Koninkrijk. In uitzonderingsgevallen stelt een land een quarantaine periode verplicht. 


Enkele risicos op een rijtje:

  • Teken in Zuid-Europa, kunnen ziektes overbrengen, bijvoorbeeld Babesia, Ehrlichia en de ziekte van Lyme (Borrelia). U kunt uw kat voor een deel beschermen tegen teken.
  • Muggen in Zuid-Europa of in de Verenigde Staten kunnen de larfjes van hartworm overbrengen. U kunt uw kat beschermen tegen hartworminfectie.

Denk eraan, dat een op reis opgelopen ziekte langdurig aanwezig kan zijn, soms moeilijk te genezen is, maar ook maanden tot jaren na de vakantie pas tot uiting kan komen… 


Ben ik verplicht mijn kat te verzekeren?
Nee, maar het kan wel. Er zijn verschillende verzekeringsmaatschappijen voor ziektenkostenverzekeringen voor huisdieren.


Wat is een plaskater?
Dat is een algemeen bekende term voor een kater die niet kan plassen. Zowel katers als poezen kunnen een blaasontsteking krijgen, die meestal het gevolg is van blaasgruis. Verder spelen nog andere factoren een rol als te weinig drinken, overgewicht, te weinig lichaamsbeweging en een verkeerde voeding.

Als dat gruis een propje vormt kan dat bij katers in de nauwe plasbuis vastlopen, waardoor hij niet meer kan plassen. Als u dat merkt, moet u direkt contact opnemen met de dierenarts om een afspraak te maken, want dit is een spoedgeval en het kan in het ergste geval zelfs tot de dood leiden.